Lang voordat hormoonhuishouding zich meester maakte van mijn puberale onderbuik, was ik een nerd. Avant la lettre, want in de jaren zeventig waren er computers, noch games; je hield je bijvoorbeeld op in de niche van een natuurstudievereniging. Ik interesseerde mij voor molens en klederdrachten. De brave mensen in Spakenburg vroegen mij, na een fietstochtje van hooguit tien kilometer door de Nijkerkse polder, waar ik vandaan kwam. Ik floepte er pardoes ‘Zwolle’ uit. Na een gratis bezoek aan hun klederdrachtmuseum kreeg ik een enorme gerookte makreel en evenzo lijvige Spakenburger koek mee voor de terugweg. Eerlijkheid duurde bijzonder lang.
woensdag 17 september 2025
donderdag 31 juli 2025
Over poëzie door Sacha Voogd
Over Poëzie Sacha Voogd
‘Poëzie is vijf woorden schrijven, twee uur
uit het raam staren en dan vier woorden schrappen,’ hoorde ik ooit.
Ik heb een haat/liefde verhouding met poëzie. Ik lees ze graag, gedichten: rake
woorden, niets teveel, zinnen die een beeld oproepen dat direct het hart raakt.
Zelf schrijf ik ze zelden.
Dat is niet altijd zo geweest. Als puber waren mijn gedichten heftige,
emotionele explosies, en ook later, in tijden van vertwijfeling, bood de poëzie
een uitlaatklep.
Tot ik een serieuze schrijversopleiding ging volgen. Daarbij hoorde ook een
blok poëzie. De docent maakte al direct duidelijk dat hij het onmogelijk achtte
ons in zes weken tot volwaardige dichters op leiden. De opdracht was duidelijk:
iedere week moesten we drie gedichten inleveren.
De docent was streng en nam geen blad voor de mond. Al bij de tweede les was
hij duidelijk over mijn huiswerk. ‘Dat eerste en dat derde gedicht kun je
meteen weggooien,’ vond hij. ‘Dat is niets. Dat tweede gedicht is wel aardig,
want daar kun je precies zien wat er mis gaat.’
Met de moed der wanhoop volgde ik de resterende lessen en bij het inleveren van
het eindwerk kon er zelfs een klein compliment af: ‘Het is toch nog redelijk
gelukt bij jou, dat dichten.’
Tegenwoordig schrijf ik vooral gedichten als ik een van de schrijfcafés bezoek
waar ze als opdracht gegeven worden. Haiku’s, elfjes, een woordgedicht of een
pantoum. Spelen met woorden in een min of meer vaste setting, waar het resultaat
niet altijd naar mijn zin is maar me een enkele keer kan verrassen.
En heel soms, als er iets gebeurt in mijn leven dat zó heftig is dat het
moeilijk in een verhaal te vangen is, vloeit er toch een gedicht uit mijn pen.
Al laat ik dat zelden aan anderen lezen.
dinsdag 1 juli 2025
Voordracht zomergedicht
https://www.facebook.com/profile.php?id=61552207700884
Tijdens het Open Podium afgelopen zaterdag 28 juni, heeft Lidewij Boggia het zomergedicht voorgedragen dat door het publiek ter plaatse werd gemaakt. Cecile Koops filmde het.
woensdag 4 juni 2025
UKV's van Cecile Koops
Op de bank voor het bejaardenhuis zit een oudere man. Ellen passeert hem.
‘Goedemorgen, jongedame. Heb jij een telefoon op zak voor een lekker House-muziekje? Binnen is de tuttigheid nog niet van tafel.’
‘House?’ Ze schat hem eerder in als dixieland liefhebber.
‘Geloof je niet dat ouderen met hun tijd meegaan?’
‘Meneer u gaat niet met uw tijd mee, u bent uw tijd ver vooruit.’ Ze speelt een nummer van Tiësto af. De man begint te swingen. Dit gelooft niemand, denkt ze. Met een grote glimlach op haar gezicht danst ze mee. Wat een goed begin van deze dag.
Bellettrie
Na het boodschappen doen bij Albert Heijn, kijk ik in hun ruilboekenkast. Een keurige Gooise dame parkeert haar kar naast de mijne en buigt zich over de titels.
‘Een uitkomst hè, die kastjes?’
Ik beaam het en scan de titels op de planken.
‘Weet u ik mag van mijn man geen bellettrie kopen, daarom snuffel ik hier in de voorraad naar boeken zonder bewaarwaarde.’
Ze zoekt naar detective– en feelgood boeken. Het is duidelijk dat háár definitie van bellettrie afwijkt van de realiteit. Ik heb het hart niet haar op de correcte betekenis te wijzen.
Nb: de definitie van Bellettrie – het is tenslotte een ouderwets aandoend woord –
Letterkundige werken die tot de woordkunst worden gerekend, in onderscheiding van meer beschouwende teksten zoals essays en van lagere literaire genres zoals de detectiveroman of kinderliteratuur.
Muis
Alles gaat mij in mijn eentje prima af. Ondanks dat zijn er momenten dat je stoere mannenhulp mist, zoals vandaag. Muurvast zit een muisje verankerd onder de deur van een mahoniehouten kledingkast. Het deel van het grijszwarte bolletje dat ik kan zien, beweegt zich niet. Paniek! Alsof het vanzelf zal verdwijnen, kijk ik een andere kant op.
Ten slotte trek ik gewapend met wegwerphandschoenen, krant voor onder de plek en stoffer en blik, walgend de deur open en zet mij schrap voor het ergste… Uit de kast valt het dikke gerafelde koord van een trainingsbroek naar buiten.
vrijdag 25 april 2025
Hetty Mulder
Het schrijven van korte verhalen zat er al vroeg in en daarmee ook mijn liefde voor allerhande blanco boekjes waarvan er altijd wel één een plaatsje heeft in handtas of reisbagage. Handig voor schrijven of schetsen onderweg.
Vroeger op de middelbare school wanneer leerlingen zaten te kreunen bij een opdracht voor een opstel liep bij mij het verhaal meestal zo mijn pen uit.
De lerares Nederlands vertrouwde mij later toe dat zij mijn opstel als eerste uit de stapel viste om te lezen. Correcties waren wel nodig hier en daar maar het ging haar om het verhaal dat haar altijd verraste. In de tijd dat ik in Engeland woonde waren het de vele brieven die ik schreef, altijd zoveel indrukken die ik wilde delen met het thuisfront.
Later, na diverse werkkringen o.a. in een boekhandel en later op een advocatenkantoor ging er meer tijd zitten in lezen dan in schrijven, behalve wanneer we op vakantie waren.
Van de reisverslagen die altijd heel beeldend op papier kwamen, vaak voorzien van een schetsje, kan ik nog steeds genieten.
Gedurende een jaar of 5 hadden we een knusse stacaravan op een camping in de polder, dat was mijn ‘schrijfhut’, ik denk er met weemoed aan terug, bracht er vele uren door in de zomer als wel in de winter. Helaas, het onderhoud van de caravan en de wilde tuin eromheen werd te zwaar en we verkochten hem aan volgende natuurliefhebbers.
De dagboekjes die ik daar volschreef bij het volgen van de seizoenen staan hier in de boekenkast op een rijtje, een afgesloten periode.
Af en aan schrijf ik nog verhalen en gedichten en sinds 1999 ontwikkelde zich een passie voor het schrijven van haiku. Deze haiku’s zijn altijd een weerslag van een bepaald moment, iets wat ik zie, of meemaak. Het is dan de kunst meer in de drie regeltjes te stoppen dan er staat. Een haiku schrijf je beschouwend en niet in de laatste plaats voor een lezer die er herkenning in kan vinden.
Via deelname aan enkele schrijfcafés kwam ik terecht bij het Open Podium van de bibliotheek Huizen waar ik echte schrijfsters ontmoette van de Schrijverskring Gooi&Vecht waar ik mij bij mocht aansluiten. Sindsdien heeft het plezier in schrijven de boost gekregen die het nodig had.
vrijdag 21 maart 2025
Alexander Jansen: Retrograde dialoog
Retrograde dialoog
Ons kent ons
Wat heb je toch?
Ik heb niks, echt niet!
Niet? … Echt?
Niks heb ik!
Toch… Je hèbt wat!
Ons kent ons.
Als ik slordig tik op mijn PC, lees ik vroendschap!
Klinkt meteen onaangenaam. Dat alsjeblieft niet! Liefde en vriendschap – beide
met een lieflijke i-klank – halen het goede in je naar boven.
Er zijn mensen met een vriendschap, die tot hun lagere Schooltijd teruggaat.
Mijn levensgezellin heeft nu en dan contact met leeftijdsgenoten, die zij
sindsdien kent en jaarlijks één of twee keer ontmoet, en heel soms een
telefoontje. Namen van echtgenoot, kinderen en kleinkinderen zijn redelijk
paraat - interesse blijkbaar over en weer!
Ik ben net even te vaak verhuisd in mijn leven: Voorburg, Baarn, Amsterdam,
Huizen. Zo raken goede vrienden uit het zicht. Ook nog Vught, Middelburg en
Apeldoorn voor de vervulling van mijn dienstplicht – 1956; best spannend:
opstand in Hongarije plus Suez-crisis. Twee bijzondere vrienden hield ik over
van die periode. Allebei heetten zij Hans. Beiden leven niet meer, helaas!
Hans 1 was op afstand te herkennen door zijn ferme stemgeluid en zijn
Amsterdamse accent. Hij zat in de leerbewerking, was heel praktisch en slim.
Toen het minder ging met de leren jasjes en pantalons, schakelde hij over naar
metaal; altijd werk daar! Een half jaar voor het mijn beurt was, mocht hij de
dienst verlaten. Voor mij was dat april 1958. Terug bij moeder thuis. Klokje
rond slapen zo vaak ik wilde, want je hebt een chronisch slaaptekort.
Zit ik thuis aan de koffie, legt moe een briefkaart voor me neer. Hans vraagt,
of ik zin heb die zomer met hem naar Frankrijk te gaan, met de trein naar een
zomerkamp. Ik hapte gretig toe.
In diezelfde trein viel mijn oog op een aantrekkelijk blondje. Het stikte daar
van mooie blondjes, maar deze was gemakkelijk terug te vinden: zij reisde met
een zwartharig meisje. Ik haastte mij avances te maken. Het mooie blondje was
zeer gewend aan belangstelling. En was hard to get. Haar mooie gezicht
bleef in de plooi. Mij lukte het in elk geval geen enkele keer haar aan het
lachen te krijgen. Bij die donkere vriendin lukte dat wel. Waren mijn beste
grappen toch niet voor niets! Vrienden en vriendinnen zijn om mee te praten.
Terug thuis had ik een vriend en een vriendin. Ik was een tevreden mens!
Tuurlijk duurde deze vriendschap niet lang, want verbaal contact werd vrijer en
interessanter – en kreeg ondersteuning van de tastzin.
Om een lang verhaal kort te maken: wij zijn al meer dan zestig jaar getrouwd.
zondag 23 februari 2025
Marianne Schenderling: De geboorte van een roman(idee)
Fotocredits: Rolleman Facebook pagina.
De geboorte van een roman(idee)
Jaren geleden raakte ik aan de praat met een oudere vrouw, ze zal 96
geweest zijn en we hadden het over het leven. Het speet haar, zei ze, dat ze vroeger
haar hart niet had gevolgd.
Als molenaarsdochter in het oosten van het land beleefde ze een saaie
jeugd. ‘Eerlijk gezegd, was er niks aan; ik moest zodra ik kon lopen meewerken
in huis en op het land.’
Slechts één keer per jaar gebeurde er iets verrassends. Vanuit
Duitsland trok een bonte stoet zigeuners de grens over. Ze reden met hun wagens
door haar dorp en bivakkeerden een paar dagen op een stuk land vlak bij de
molen.
Het meisje was helemaal weg van de vrolijke groep mensen in hun
fleurige kleren en de kinderen met hun ongekamde haren en smoezelige gezichten.
Het water liep haar uit de mond bij de geur van gebakken vlees met uien.
Ze wilde met deze mensen dansen en zingen. Ze wilde ook met haar
rokken zwaaien en ze vond het vreselijk als de groep verder reisde.
‘Die vrijheid was om jaloers op te worden. Ik had zo graag met de
muziek meegereisd.’
Dit verhaal vormt de basis van mijn roman Rollemanschiksie. Vier generaties van huis weg.
Maar hoe schrijf je zo’n familie-epos over vier generaties
reizigersvrouwen? Waar haal je de informatie vandaan? Wie schrijft over
‘reizigers’ over Roma, Sinti of zigeuners zoals ze neerbuigend genoemd worden, moet
weten hoe deze mensen leefden (en leven). Moet hun gewoontes, taboes , cultuur,
geschiedenis kennen en willen begrijpen, want wat je schrijft moet wel
kloppen.
Maanden achtereen struinde ik het internet af op zoek naar de ins en
outs van het reizigersleven. Het leven worden.
Ik verzamelde getuigenissen van Roma en Sinti mensen en
woonwagenbewoners. Ik zocht en vond verhalen, overleveringen en interviews,
bekeek video’s en documentaires en beluisterde de meest prachtige droevige,
maar evengoed opzwepende muziek.
Ik leerde waarom reizigers niet meer door stad en land trokken. (Ze
moesten hun rollende wagens verruilen voor een wagen op blokken en later voor
een stenen huis.)
Ik leerde ook wat een kopersmid, blikslager of scharensliep voor de
kost deed.
Welke gerechten reizigers aten (en eten) bij speciale gebeurtenissen.
Ik maakte zelf een paar van die recepten, proefde ze en stelde me voor dat ik
zo’n maaltijd at. Altijd met familieleden natuurlijk want reizigers, hebben
hechte familieverbanden.
Langzaam maar zeker, ontspon zich in mijn gedachten
het verhaal van Klara, de overgrootmoeder die haar levensverhaal vertelt aan
haar kleindochter. Die daar en passant ook overleveringen van haar familie en
volk uit de doeken doet en die langzaam maar zeker ook een geheim onthult. Een
roman moet immers ook een plot hebben.
Marianne Schenderling
Dit blog is een bewerking van een eerder verschenen tekst op https://marianneschenderling.nl/category/rollemanschiksie-fragmenten-achtergrond/
-
Eenzaam ? [1] Afbeelding geleend van deschrijfschool.be ‘Is het niet eenzaam, dat schrijven?’ vragen mensen soms. ‘Ik zou het niet ...
-
Eind november is het een feit: De Schrijverskring Gooi & Vecht publiceert in eigen beheer haar bundel Mozaïek . De diverse leden van de ...
-
Open Podium zaterdag 25 januari 2025 in bibliotheek Gooi+ vestiging Huizen Hallo Open Podium liefhebbers, Voor iedereen een inspirere...