Fotocredits: Rolleman Facebook pagina.
De geboorte van een roman(idee)
Jaren geleden raakte ik aan de praat met een oudere vrouw, ze zal 96
geweest zijn en we hadden het over het leven. Het speet haar, zei ze, dat ze vroeger
haar hart niet had gevolgd.
Als molenaarsdochter in het oosten van het land beleefde ze een saaie
jeugd. ‘Eerlijk gezegd, was er niks aan; ik moest zodra ik kon lopen meewerken
in huis en op het land.’
Slechts één keer per jaar gebeurde er iets verrassends. Vanuit
Duitsland trok een bonte stoet zigeuners de grens over. Ze reden met hun wagens
door haar dorp en bivakkeerden een paar dagen op een stuk land vlak bij de
molen.
Het meisje was helemaal weg van de vrolijke groep mensen in hun
fleurige kleren en de kinderen met hun ongekamde haren en smoezelige gezichten.
Het water liep haar uit de mond bij de geur van gebakken vlees met uien.
Ze wilde met deze mensen dansen en zingen. Ze wilde ook met haar
rokken zwaaien en ze vond het vreselijk als de groep verder reisde.
‘Die vrijheid was om jaloers op te worden. Ik had zo graag met de
muziek meegereisd.’
Dit verhaal vormt de basis van mijn roman Rollemanschiksie. Vier generaties van huis weg.
Maar hoe schrijf je zo’n familie-epos over vier generaties
reizigersvrouwen? Waar haal je de informatie vandaan? Wie schrijft over
‘reizigers’ over Roma, Sinti of zigeuners zoals ze neerbuigend genoemd worden, moet
weten hoe deze mensen leefden (en leven). Moet hun gewoontes, taboes , cultuur,
geschiedenis kennen en willen begrijpen, want wat je schrijft moet wel
kloppen.
Maanden achtereen struinde ik het internet af op zoek naar de ins en
outs van het reizigersleven. Het leven worden.
Ik verzamelde getuigenissen van Roma en Sinti mensen en
woonwagenbewoners. Ik zocht en vond verhalen, overleveringen en interviews,
bekeek video’s en documentaires en beluisterde de meest prachtige droevige,
maar evengoed opzwepende muziek.
Ik leerde waarom reizigers niet meer door stad en land trokken. (Ze
moesten hun rollende wagens verruilen voor een wagen op blokken en later voor
een stenen huis.)
Ik leerde ook wat een kopersmid, blikslager of scharensliep voor de
kost deed.
Welke gerechten reizigers aten (en eten) bij speciale gebeurtenissen.
Ik maakte zelf een paar van die recepten, proefde ze en stelde me voor dat ik
zo’n maaltijd at. Altijd met familieleden natuurlijk want reizigers, hebben
hechte familieverbanden.
Langzaam maar zeker, ontspon zich in mijn gedachten
het verhaal van Klara, de overgrootmoeder die haar levensverhaal vertelt aan
haar kleindochter. Die daar en passant ook overleveringen van haar familie en
volk uit de doeken doet en die langzaam maar zeker ook een geheim onthult. Een
roman moet immers ook een plot hebben.
Marianne Schenderling
Dit blog is een bewerking van een eerder verschenen tekst op https://marianneschenderling.nl/category/rollemanschiksie-fragmenten-achtergrond/