dinsdag 16 december 2025

Rode Bloedirritantjes

 Wie herinnert zich de televisieserie Golden Girls? Drie vriendinnen in een ondefinieerbaar stadium, ergens tussen milf en verzorgingsflat, samenwonend in een huis met de moeder van één van de meiskes. Die fantastische verhalen vertelt over hoe zij in haar jeugd met Winston Churchill en Pablo Picasso het bed deelde. Verhalen die steevast beginnen met:  ‘Picture this, Sicily 1922 …’
De waarheid lag in het midden, niemand riep: ‘nepnieuws!’

Tegenwoordig leven wij in serieuzere tijden. Waakzaamheid is geboden en ik neem geen enkele verantwoording voor deze column, die (beter?) door AI geschreven had kunnen zijn.

Welnu: ‘Stel je voor, Utrecht, 2025 …’

Ik zit aan die tafel met dat maagdelijk witte scherm voor me.

De badkamer zit dicht, zodat ik de wasmachine niet hoor. De deurbel is onklaar gemaakt met een wurgende witte sportsok, de brievenbus dichtgekit met purschuim.
De voorwaarden zijn maximaal. Het Schrijven kan beginnen.

Wat kan me nog gebeuren?

Dat zal ik je vertellen wat er kan gebeuren - als je op de computer schrijft!
Ik keek onlangs op internet naar bootjes … Niet doen, maar houd dit beeld even vast.

Als schrijver wil je wel eens een feit controleren, of de juiste spelling.

Van Dale houdt het nog netjes met advertenties voor eigen parochie en een ieniemienie blokje over zonne-energie (gezellig, in een duurzaam verwarmd huis met een dik woordenboek op de bank).
Nee, dan Linguee, website-met-voorbeeldzinnen. ‘Ga Aan De Slag Met Uw Badkamer’ schreeuwt het ter rechterzijde. Schuldbewust hoor ik nu het gesmoord snorren van de wasmachine. Ook kan ik vandaag 65% besparen op Adobe, mij verzekeren bij Centraal Beheer, kekke trainingsjasjes kopen (WAT?) - en boten.

Bij de vleet. Of, nou ja: vloot. Al die afleidingen moeten wij ons doorheen concentreren. Door Chinese muren op te zetten (zonder spyware), hersenhelften te compartimenteren en kent/kunt u het aloude concentreren nog? Nog? Focussen.
En als je dan per ongeluk afdrijft naar de socials …
Op de lagere school leerden wij dat als je ziek bent er
witte bloedlichaampjes strijden met rode - dat als de witten winnen, je beter wordt.

Nu is het omgekeerde aan de hand, ‘de roden’ winnen bijna altijd; er dringt zich een ziektebeeld van overprikkeling op.

Want waar precies worden wij ‘beter’ met die dwingende, onoverwinnelijke, rode bloedirritantjes? Bij Whatsapp, bij Facebook?

Misschien moet ik die boot kopen, de hele donderse boel achterlaten en de horizon voorbij varen naar een gebied zonder bereik.

 

vrijdag 14 november 2025

Mijn vader zit in de wijnperen

 ‘Mijn vader zit in de wijnperen,’ zeiden we vroeger als iemand vroeg ‘wat doet je vader?’ Die vraag kwam regelmatig aan de orde op school als we een nieuwe juf of meester kregen. In de eerste twee klassen hadden we juffrouw van Dijk. Deze aardige, lieve juf zat met een duim in haar mond voor de klas.

De juf van de derde en vierde gedroeg zich ronduit streng. In onze ogen was ze rijk. Ze woonde, samen met haar moeder, in een chique laan én ze hadden een televisie. Op woensdagmiddag mochten de besten van de klas  – ik was ook zo’n witvoetje – in dat deftige huis televisie kijken.

De juf en haar moeder vroegen een stuiver entree voor hun privé bioscoop, maar dan kreeg je ook een glaasje ranja. Na vier keer, kwam er een eind aan onze televisie-uitjes. Het werd juf en haar moeder te veel dat we na de belevenissen van Flip de tovenaarsleerling opgewonden en uitgelaten joelend en schreeuwend door het huis renden. We sjeesden de brede houten trap op naar boven en gleden over de leuning naar beneden. Onze wanhopige juf en haar met een vaatdoekje gewapende moeder werkten ons voor eens en altijd de deur uit.

Een paar weken later kregen alle kinderen een spreekbeurt. Iedereen moest iets vertellen over het beroep van zijn of haar vader.                                       ‘Mijn vader zit in de wijnperen,’ begon ik en draaide mijn verhaal af. Het was een fantasie van mijn papa en mij. ‘Hij maakt zoete wijn van peren. Eerst bakt hij ze in een heel grote ketel en dan perst hij ze uit. Maar soms blijf hij met de gebakken peren zitten.’

De juf geloofde er helemaal niks van, zei ze. ‘In Nederland wordt geen wijn gemaakt. Laat staan wijn van peren. Ik wist al wel dat jij een grote mond kon hebben,’ wees ze mij terecht doelend op ons gejoel op haar trap, ‘maar dat je ook nog zo kunt liegen…’ Ze had er geen woorden voor. Ik kreeg een -1 voor mijn spreekbeurt.

Thuis vertelde ik huilend over het debacle, ik had nog nooit zo’n slecht cijfer gehad. Mijn moeder vond het een verschutting, zei ze. Mijn vader lachte de tranen in zijn ogen en zei: ‘Degene die voor schut gaat is die juf niet jij. Fantasie en durf, daar kom je verder mee, vergeet dat nooit.’

Ik ben het nooit vergeten dus schrijf ik.

 

dinsdag 14 oktober 2025

Over schrijven

Schrijven, en dan bedoel ik niet een paar gekrabbelde regels op de sociale kanalen, nee echt schrijven aan een verhaal, boek of gedicht is het allerleukste wat er is. Schrijven begint in je hoofd. In gedachten heb je goeddeels je boek al geschreven. Dan pas en niet eerder moet je je achter je laptop zetten. Wanneer je niet op zijn minst weet waar je boek over gaat, welke hoofdpersonen erin rondlopen en hoe het verhaal ongeveer zal eindigen, vergeet het dan maar. Staren naar een wit vel papier of een leeg scherm levert in dat geval louter frustratie op. Vaak denken mensen dan dat ze een writer’s block hebben, terwijl het alleen je interne criticus is die hard schreeuwt dat je geen talent hebt. Draai hem direct de nek om. Je kunt het!

Maar hoe begin je dan? Veel mensen hebben weleens een briljant idee voor een prachtig verhaal maar schrijven toch geen boek.

Voor mij is het starten bij het begin, met zinnen. Leer hoe je mooie zinnen schrijft, lees veel en verzamel zinnen die jij mooi vindt. Kun jij zeggen waarom de ene zin je wel treft en de andere niet? Alles staat of valt bij taal in mijn optiek.

Het helpt als je – zoals ik – opgegroeid bent in een familie met een voorliefde voor boeken en met uitpuilende boekenkasten. Maar zelfs als dat niet het geval is, kun je altijd starten met lezen. Er valt veel te leren van goede schrijvers (en van de slechte hoe het niet moet). 

Begin stap voor stap. Het helpt ook om enkele schrijfcursussen te volgen waarbij je in ieder geval iets leert over de opbouw van een boek. Hoewel ik de eerste ben die zegt dat regels, zodra je ze kent, ook genegeerd of aangepast mogen worden. Een verhaal kan er spannender door worden.

Maak je ambities niet te groot. Zeker in het begin kan het verleidelijk zijn te denken dat jij de volgende kanshebber bent voor een grote literaire prijs. Nee, schrijf vooral vanwege de opwinding over het vinden van mooie plots en geweldige zinnen die in je verhaal belanden. Denk nooit aan mensen die wellicht ooit jouw werk gaan lezen. Schrijf voor de pret die je met schrijven kunt hebben. Maragaret Atwood zei eens: ‘Schrijven is als skiën. Zodra je halverwege denkt hoe doe ik het, val je voorover en stopt alles.’

Merk je dat het verhaal soms een andere richting uitgaat dan je tevoren bedacht? Allemaal prima, zolang je de hoofdplot en het einde dat je al in je hoofd had zitten niet uit het oog verliest.

Overigens moet je ook bij fictie veel feiten checken, onderschat lezers nooit. Alles moet kloppen. Zo moest ik bijvoorbeeld voor mijn eerste roman uitzoeken wanneer verse vijgen in Italië rijp zijn. De vijgenboom speelt een cruciale rol in het boek. Het seizoen moest wel kloppend zijn bij het verhaal.

Het gezegde ‘oefening baart kunst’ is ook op schrijvers van toepassing. Schrijf elke dag een stukje. Heb je plezier bij wat je doet, dan heeft de lezer dat meestal ook.

Een goede tip die ik ooit kreeg, zal ik je niet onthouden. Check de eerste veertien pagina’s van je boek extra goed, dat zijn de pagina’s die de verkopende boekhandelaar online toont als inkijkje in jouw schrijfkeuken. (Bij die veertien zit ook je omslag, titelpagina, colofon en eventuele opdrachtpagina of voorwoord).

Tenslotte, stop met klagen en schrijf eindelijk dat boek!

 

 

© Cecile Koops

16-09-2025

woensdag 17 september 2025

De leugenachtige nerd, UKV van Ed Knegtel

 Lang voordat hormoonhuishouding zich meester maakte van mijn puberale onderbuik, was ik een nerd. Avant la lettre, want in de jaren zeventig waren er computers, noch games; je hield  je bijvoorbeeld op in de niche van een natuurstudievereniging. Ik interesseerde mij voor molens en klederdrachten. De brave mensen in Spakenburg vroegen mij, na een fietstochtje van hooguit tien kilometer door de Nijkerkse polder, waar ik vandaan kwam. Ik floepte er pardoes ‘Zwolle’ uit. Na een gratis bezoek aan hun klederdrachtmuseum kreeg ik een enorme gerookte makreel en evenzo lijvige Spakenburger koek mee voor de terugweg. Eerlijkheid duurde bijzonder lang.

donderdag 31 juli 2025

Over poëzie door Sacha Voogd

Over Poëzie                                                                                                                 Sacha Voogd

 

‘Poëzie is vijf woorden schrijven, twee uur uit het raam staren en dan vier woorden schrappen,’ hoorde ik ooit.
Ik heb een haat/liefde verhouding met poëzie. Ik lees ze graag, gedichten: rake woorden, niets teveel, zinnen die een beeld oproepen dat direct het hart raakt.
Zelf schrijf ik ze zelden.
Dat is niet altijd zo geweest. Als puber waren mijn gedichten heftige, emotionele explosies, en ook later, in tijden van vertwijfeling, bood de poëzie een uitlaatklep.
Tot ik een serieuze schrijversopleiding ging volgen. Daarbij hoorde ook een blok poëzie. De docent maakte al direct duidelijk dat hij het onmogelijk achtte ons in zes weken tot volwaardige dichters op leiden. De opdracht was duidelijk: iedere week moesten we drie gedichten inleveren.
De docent was streng en nam geen blad voor de mond. Al bij de tweede les was hij duidelijk over mijn huiswerk. ‘Dat eerste en dat derde gedicht kun je meteen weggooien,’ vond hij. ‘Dat is niets. Dat tweede gedicht is wel aardig, want daar kun je precies zien wat er mis gaat.’
Met de moed der wanhoop volgde ik de resterende lessen en bij het inleveren van het eindwerk kon er zelfs een klein compliment af: ‘Het is toch nog redelijk gelukt bij jou, dat dichten.’
Tegenwoordig schrijf ik vooral gedichten als ik een van de schrijfcafés bezoek waar ze als opdracht gegeven worden. Haiku’s, elfjes, een woordgedicht of een pantoum. Spelen met woorden in een min of meer vaste setting, waar het resultaat niet altijd naar mijn zin is maar me een enkele keer kan verrassen.
En heel soms, als er iets gebeurt in mijn leven dat zó heftig is dat het moeilijk in een verhaal te vangen is, vloeit er toch een gedicht uit mijn pen. Al laat ik dat zelden aan anderen lezen.


dinsdag 1 juli 2025

Voordracht zomergedicht

 


 https://www.facebook.com/profile.php?id=61552207700884

Tijdens het Open Podium afgelopen zaterdag 28 juni, heeft Lidewij Boggia het zomergedicht voorgedragen dat door het publiek ter plaatse werd gemaakt. Cecile Koops filmde het. 

woensdag 4 juni 2025

UKV's van Cecile Koops

 Bejaard 

Op de bank voor het bejaardenhuis zit een oudere man. Ellen passeert hem.

‘Goedemorgen, jongedame. Heb jij een telefoon op zak voor een lekker House-muziekje? Binnen is de tuttigheid nog niet van tafel.’

‘House?’ Ze schat hem eerder in als dixieland liefhebber.

‘Geloof je niet dat ouderen met hun tijd meegaan?’

‘Meneer u gaat niet met uw tijd mee, u bent uw tijd ver vooruit.’ Ze speelt een nummer van Tiësto af. De man begint te swingen. Dit gelooft niemand, denkt ze. Met een grote glimlach op haar gezicht danst ze mee. Wat een goed begin van deze dag.


 

Bellettrie 

Na het boodschappen doen bij Albert Heijn, kijk ik in hun ruilboekenkast. Een keurige Gooise dame parkeert haar kar naast de mijne en buigt zich over de titels.

‘Een uitkomst hè, die kastjes?’

Ik beaam het en scan de titels op de planken.

‘Weet u ik mag van mijn man geen bellettrie kopen, daarom snuffel ik hier in de voorraad naar boeken zonder bewaarwaarde.’

Ze zoekt naar detective– en feelgood boeken. Het is duidelijk dat háár definitie van bellettrie afwijkt van de realiteit. Ik heb het hart niet haar op de correcte betekenis te wijzen. 

Nb: de definitie van Bellettrie – het is tenslotte een ouderwets aandoend woord –

Letterkundige werken die tot de woordkunst worden gerekend, in onderscheiding van meer beschouwende teksten zoals essays en van lagere literaire genres zoals de detectiveroman of kinderliteratuur.

 

Muis 

Alles gaat mij in mijn eentje prima af. Ondanks dat zijn er momenten dat je stoere mannenhulp mist, zoals vandaag. Muurvast zit een muisje verankerd onder de deur van een mahoniehouten kledingkast. Het deel van het grijszwarte bolletje dat ik kan zien, beweegt zich niet. Paniek! Alsof het vanzelf zal verdwijnen, kijk ik een andere kant op.

Ten slotte trek ik gewapend met wegwerphandschoenen, krant voor onder de plek en stoffer en blik, walgend de deur open en zet mij schrap voor het ergste… Uit de kast valt het dikke gerafelde koord van een trainingsbroek naar buiten.